Richard Lang
Ik kan mijn hoofd niet zien. In het besef van de afwezigheid van mijn hoofd zie ik wie ik werkelijk ben. Ik neem aan dat jij ook je hoofd niet kunt zien, alhoewel jij dit alleen voor jezelf kunt bepalen. Dit is nu juist het principe van de hoofdloze weg: jij bent de enige en hoogste autoriteit omtrent wie jij bent. Alleen jij bent waar je bent. Ieder ander is op een zekere afstand en daardoor niet in de mogelijkheid om te zeggen wie jij bent op nul cm afstand. Een ander is wel goed geplaatst, beter dan jijzelf, om te zeggen wie je bent gezien van op een zekere afstand."En wat dan nog?" zou je kunnen vragen. "Het feit dat ik mijn hoofd niet kan zien, is voor mij van geen betekenis." Anderzijds zou je ook kunnen zeggen: "Lieve hemel, ik heb geen hoofd! Hier in mijn centrum ben ik geen ding. Ik kijk vanuit dit grenzeloze ene Oog. Alles is in mij!"Niemand van ons kan zijn eigen hoofd zien, maar of dit ook iets betekent hangt af van persoon tot persoon. Anders gezegd: we moeten een onderscheid maken tussen de ervaring van wie we zijn en de betekenis die eraan gehecht wordt. De ervaring is op elk moment beschikbaar en voor iedereen dezelfde: je kunt nooit je eigen hoofd, nooit je eigen ogen zien. (Je ziet ze natuurlijk wel in de spiegel, maar dat is op een afstand en niet hier.) In plaats van te kijken vanuit twee ogen, kijk ik vanuit één oog, dat altijd open, helder en grenzeloos is. Daartegenover is de betekenis die ik in dit Oog vind voortdurend wisselend. Wat ik gisteren voelde, voel ik niet meer vandaag. En wat dit voor mij betekent is uniek voor mijzelf, niemand anders reageert hierop exact zoals ik doe. Als ik op een workshop bij iemand zit die een krachtige, positieve reactie heeft, met veel gevoel en inzicht, en ik niet, dan is het gemakkelijk om aan te nemen dat die persoon het 'gesnapt heeft' en ik niet. Maar het feit dat ik niet dezelfde reactie heb, betekent niet dat ik niet Zie. Ik reageer gewoon anders. (Eigenlijk ben jijzelf de enige autoriteit die kan zeggen of je Ziet of niet.)
Zie jouw afwezigheid van gezicht (je 'no-face'), jouw Ene Oog, en blijf zien - zien van daaruit - en ontdek wat dit voor jou betekent. Ontdek welke inzichten er voor jou uit dit besef voortvloeien.Ons leven is een lange weg. Als baby's en kleuters waren we de hoofdloze Ene, onbewust van wie we echt zijn. We waren ook de hoofdloze Ene, onbewust van het feit dat we in de ogen van anderen een bijzonder iemand waren. De dochter van een vriend bracht een foto van haar klas mee naar huis. Ze noemde iedereen op de foto tot ze kwam bij een: "Dit kind heb ik nog nooit in de klas gezien!" Natuurlijk had ze dat niet - ze was het zelf! Deze onbewuste vrijheid duurt echter niet lang. Als we opgroeien leren we onszelf te identificeren met onze verschijningsvorm en ons aangeboren hoofdloze gezichtspunt te zien als onwerkelijk en gek. We raken er diep van overtuigd dat we dat hoofd zijn dat we in de spiegel zien, degene die anderen zien als ze naar ons kijken. Ik leer mij voor te stellen dat het gezicht daar voor mij in de spiegel ook hier is boven op mijn schouders. (Voorstellen, niet zien!) Door mijzelf te verbeelden hoe ik eruitzie op verschillende meters afstand door de ogen van anderen en door vervolgens deze regionale verschijningsvorm op te leggen aan mijn centrale Werkelijkheid, ga ik geloven dat ik in mijn eigen ervaring een afgescheiden persoon ben en neem ik aan dat anderen in dezelfde toestand verkeren: voor zichzelf afgescheiden en sterfelijk. Ik ben niet langer hoofdloos en tijdloos Al-Eén, het centrum van mijn wereld - zoals ik was als baby. Nu, als volwassene, ben ik een tussen velen, een radertje in het geheel, vandaag nog hier en morgen verdwenen. Ik ben de Ene die vergeten is wie hij is, de verloren zoon verdwaald in verre landen. Meestal nemen we aan dat dit het einde van het verhaal betekent, dat dit het beste is wat er uit het leven te halen valt. Het lijkt erop dat opgroeien gaat over het ontdekken van wie ik als persoon ben en dan te proberen het beste ervan te maken met de kaarten die mij toebedeeld werden. Maar dat hoeft het einde van het verhaal niet te zijn. Als ik naar binnen kijk en mijn hoofdloze realiteit zie, ontdek ik dat ik de hoogste kaart getrokken heb, een onfeilbare winner! Door deze visie ernstig te nemen, haar te aanvaarden, er ja tegen te zeggen op steeds diepere niveaus, ontvouwt zich een nieuw en opwindend hoofdstuk in het leven - een hoofdstuk dat zin geeft aan het hele verhaal tot nu. Zonder dit hoofdstuk ben ik als de rozenstruik die uit de grond schiet, stengel, bladeren en knoppen ontwikkelt, maar niet tot bloei komt. Als ik niet zie Wie ik ben, mis ik mijn natuurlijke mogelijkheden.
Soms denken mensen dat als je Ziet wie je bent, je je dan niet langer identificeert als een persoon. Dit vind ik niet. Het hangt er natuurlijk van af wat je verstaat onder 'identificeren'. Maar als ik nu Zie dat hier geen hoofd is, wil dat dan zeggen dat ik het feit vergeet dat jij wel een hoofd ziet? Nee natuurlijk. Ga ik mij in de wereld gedragen alsof ik geen gezicht heb? Nee. Vergeet ik mijn naam en adres als ik mij realiseer dat ik in werkelijkheid noch naam noch woonplaats heb? Ik hoop het niet. Wat verandert er dan? Ik zie dat mijn menselijke identiteit niet centraal is. Mijn gezicht en al het andere zijn niet hier in mijn centrum, maar 'daarbuiten' aan mijn periferie: in spiegels, op foto's en video's en in andere mensen, precies zoals anderen hier in mij zijn. In het bewustzijn dat ik voor mezelf de/het Ene ben terwijl ik voor anderen Richard ben, leef ik een tweezijdig leven. Ik heb het beste van beide werelden. Ik ben als een vermomde koning die niet langer bedot wordt door zijn eigen masker. Hoewel ik uiterlijk als een gewone burger verschijn, ben ik me bewust van mijn innerlijk koningschap. Alles is in mij, alles gehoorzaamt mijn koninklijke wil. Zoals (volgens Rumi) een soefi derwisj zei, toen hem gevraagd werd hoe hij was: "Hoe zou degene zijn volgens wiens verlangens de wereld draait? Volgens wiens verlangen de stromen en rivieren vloeien en de sterren bewegen zoals hij het wil; voor wie leven en dood zijn dienaren zijn... "
Maar zodra ik vergeet te Zien, zodra ik dit open venster negeer, voel, denk en handel ik weer alsof ik een tweeogig slachtoffer ben. Ik heb mijn fortuin verkocht voor een aalmoes. Om mij opnieuw op de waarheid te richten, moet ik opnieuw zien - ik moet nu zien, en terugkeren naar mijn eeuwige thuis, dat ik eigenlijk nooit verlaten heb. Ja zelfs dit ritme van vergeten en herinneren verschijnt in het onveranderlijke Zelf. Niets is verkeerd gegaan. Degene die nooit van huis weggaat, kent eigenlijk 'thuis' niet, want hij heeft niets om mee te vergelijken. Maar degene die naar het buitenland is gereisd en dan weerkeert, ziet zijn thuis en allen die daar leven met frisse blik en bemint het en hen zoveel te inniger.